Als hieronder “cursusleider” staat, ben ik dat in principe zelf. 

Samenvatting.

1. Schaal maken.
De cursusleider demonstreert de opbouw van een schaaltje aan de binnenkant van
een steunmal van gips. U gaat werken met een steunmal die dient voor de
vormgeving. Het resultaat is een grote of twee kleine schaaltjes.
2. Een culinair gebruiksvoorwerp maken.
In deze workshop snijden we uit een plaat een amuselepel die we vervolgens
vervormen. Het rollen van platen en het monteren van onderdelen oefen je en het
resultaat bestaat uit een vijftal amuselepels. Daarnaast demonstreer ik het draaien
van een bordje.
3. Dierenfiguren maken.
Dit (symbolische) dierenfiguur dat u gaat maken gaat u voorzien van een eenvoudige
mimiek. Enkele voorbeelden zijn aanwezig. De uil is op een aantal manieren te
maken: de grondvorm maakt u vanuit de duimpot en ringen of m.b.v. een gipsmal. Bij alle technieken gaat u de grondvorm vervormen. U maakt een tweetal dierfiguren.
4. Van duimpot tot vaas of schaal, symmetrisch of asymmetrisch. De keuze gaat u maken tussen werken met ringen of werken met stukjes klei. Beide methoden doet de cursusleider voor. Ook bij de afwerking maakt u een keuze.
5. De cursusleider geeft een korte inleiding over figuratief werken met de mens als model. Daarbij komen mogelijkheden aan bod om de mens te modelleren in diverse houdingen. Het resultaat zal een pose zijn van twee beeldjes van ongeveer twintig centimeter. Deze staan los van elkaar of vormen samen een beeldje.
6. De menselijke figuren van workshop 5 kunnen geassembleerd worden tot een beeldentoren. De inhoud van deze workshop is dan ook gelijk aan workshop 5 met als extra onderdeel het samenvoegen van de diverse beeldjes tot een geheel. Er zijn diverse mogelijkheden waar de groep over kan beslissen. Deze workshop is met name bedoeld voor groepen die ook in de praktijk met elkaar moeten samenwerken.
7. Raku. Het resultaat van deze workshop zijn Raku geglazuurde en gestookte
schaaltjes en eventueel andere werkstukken. Deze schaaltjes en mogelijk ook andere
werkstukken zijn door ons biscuit gebakken. Het is mogelijk zelf gemaakte, biscuit
gestookte werkstukken mee te brengen. De maximale diameter is daarbij 30 cm. De
maximale hoogte ook 30 cm.
8. Zelf samenstellen van een workshop? Ook dat is mogelijk in onderling overleg.

Uitwerking:

Workshops Keramiek: wat kunt u er van verwachten?

Hier volgen –in kort bestek- de technische uitgangspunten en een groot aantal voorbeelden van beschrijvingen van keramische vormgeving. Bij de beschrijving van de workshops komen diverse technische uitgangspunten en keramische vormgevingsaspecten aan de orde of worden besproken. Voor alle duidelijkheid: de workshops geven u een eerste indruk van wat het is om met de combinatie water, aarde (klei en grondstoffen) en vuur om te gaan.


A. Technische uitgangspunten.
1. Kleisoorten, kleisoort en temperatuur, aardewerk, steengoed, porselein, plasticiteit.
De functie van chamotte (0.2 mm tot enkele mm korrelgrootte)
2. Hulpmiddelen bij de bewerking van klei (voorbehandeling van klei:
mengen(mechanisch, met de hand), extrusie (strengenpers, handmatige extrusie),
doorslaan, walken (ossenkopmethode, spiraalmethode).
3. Hulpmiddelen bij de vormgeving van klei: boetseerhoutjes, mirettes etc. ,
pottenbakkersdraaischijf en hulpmiddelen, draaien en afdraaien.
4. Bewerking van het kleioppervlak (mooi gezegd: de huid) met behulp van engobe (al dan niet in andere kleur) of mechanische veranderingen.
5. Klei: plastisch, leerhard, gedroogd. Watergehalte, krimp.
6. Baktechnieken: elektrisch, gas, hout, papier. Vrijkomen van chemisch water: krimp.
7. Rakutechniek
8. Biscuit stook en gaar stook (is vaak glazuur stook): temperatuurverloop,
temperatuurmeting. Oxiderend en reducerend stoken.
9. Glazuur: samenstelling. Zelf samenstellen, kant-en-klaar glazuren.


B. Technieken voor vormgeving.
1. Draaien van potten, schalen en borden op de pottenbakkersdraaischijf (elektrische en schopschijf. Afdraaien.
2. Draaien en vervormen.
3. Draaien en assembleren (en eventueel vervormen): oortjes, theepot, grote potten uit delen samenstellen.
4. Onderdelen persen (extrusie).
5. Opbouwen uit platen.
6. Opbouwen met stukjes klei.
7. Opbouwen met steunmallen van gips, biscuitgebakken delen, hout, ijzerdraad of
papier.
8. Opbouwen met ringen. Van duimpot tot grotere vormen.
9. Massief opbouwen en later uithollen.
10. Geforceerd drogen bij grotere vormen.
11. Gipsmallen en gietklei.
12. Uitsparingtechnieken: was, papier, latex.
13. Glazuren aanbrengen: kwasten, spuiten, dompelen, overgieten, ringeloren. Een laag, meerdere lagen. Onderglazuur, opglazuur.
Decoratie: afdrukken met gips, biscuitgebakken klei, organische voorwerpen (blad, schelp etc.), weefsel. Sgaffito (een decoratietechniek), slibdecoratie, afdrukken met rollen, reliëfapplicatie etc.

1. Schaal in een mal maken.
Het resultaat van deze workshop is een door u in een mal van gips opgebouwde schaal.
Deze schaal zal door mij gestookt worden met een door u gekozen glazuur.
Inhoud van de workshop.
Bij het maken van keramiek wordt vaak gips als (steun)mal gebruikt. Als met klei in een gipsmal wordt gewerkt trekt het water van de klei in het gips waardoor de klei uitdroogt en krimpt. Zo komt de klei los van de gipswand.
De cursusleider demonstreert het maken van rolletjes klei en geeft in principe aan hoe de opbouw van een schaal met behulp van deze rolletjes grove chamotteklei is. Daarbij wordt ook uitleg gegeven van de eigenschappen van deze en andere kleisoorten.
Vervolgens bespreekt de cursusleider het ontwerp en de extra decoratiemogelijkheden.
Vervolgens gaat u aan de slag. Op papier tekent u een ontwerp. Daarna gaat u de rolletjes klei maken die u vervolgens in het tevoren getekende patroon gaat leggen. Als de mal is gevuld gaat u aan de afwerking beginnen. De binnenzijde werkt u glad af waarbij de rolletjes als het ware platgedrukt worden tegen de gipswand. De scheiding tussen de rolletjes blijft aan de buitenkant zichtbaar.
U kunt er voor kiezen de binnenzijde nog te decoreren met de

curriculumvitae

stempeltechniek.
Als alle schalen klaar zijn spreekt u met de cursusleider af met
welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Alle schaaltjes van een workshop worden met het zelfde glazuur bedekt.
Na de workshop gaat de cursusleider de schalen drogen en biscuit stoken tot 1000 graden C..
Vervolgens glazuurt hij de schalen en gaat ze opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur.
Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een
telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald.
Het resultaat is: per persoon een wat grotere schaal of twee kleine schaaltjes.

2. Een culinair gebruiksvoorwerp maken.
Het resultaat van deze workshop zijn twee amuselepels die u uit een kleiplaat maakt. Deze lepels worden na de workshop gestookt met een door u gekozen glazuur.
Inhoud van de workshop.
Bij het maken van keramiek wordt vaak uitgegaan van kleiplaten die met een rol zijn gewalst.
Er zijn speciale kleiwalsen in de handel. Uit deze platen zijn voorwerpen te snijden, waardoor bv. schalen, sieraden, opgebouwde “dozen” en zoals hier amuselepels zijn te maken. Bij het maken van keramiek wordt vaak gips als (steun)mal gebruikt. Daar maken we hier gebruik van. Als met klei in een gipsmal wordt gewerkt, trekt het water van de klei in het gips. Dan droogt de klei en krimpt. De klei komt dan los van de gipswand.
De cursusleider demonstreert het rollen van klei tot een vlakke plaat. Daarbij geeft hij uitleg over de eigenschappen van deze en andere kleisoorten.
Vervolgens geeft de cursusleider aandacht aan het ontwerp en de extra
decoratiemogelijkheden (vorm van de steel van de amuselepel).
Vervolgens gaat u aan de slag. Op papier tekent u een ontwerp. Daarna rolt u een plaat en gaat de amuselepels uitsnijden. U geeft de lepel vorm m.b.v. een gipsmal.

pdfplaatje2

Uw paraaf komt op de overgang lepel steel of op de onderzijde te staan. Dit oefent u eerst op een stukje niet gebruikte kleiplaat.
Als de lepels klaar zijn spreekt u met de cursusleider af met welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Alle lepels van een workshop worden met het zelfde glazuur afgewerkt. Tussendoor demonstreert de cursusleider het draaien van een bordje op de pottenbakkersdraaischijf.
Na de workshop gaat de cursusleider de schalen drogen en biscuit stoken tot 1000 graden C..
Vervolgens glazuurt hij de schalen en gaat ze opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur.
Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een
telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald.
Het resultaat is: per persoon een vijftal amuselepels.

3. Dierenfiguur maken.
Het resultaat van deze workshop zijn een tweetal uiltjes die door u in een gipsmal of op een andere gedemonstreerde manier voorgevormd zijn. Deze uiltjes worden na de workshop door ons gestookt met een door u gekozen glazuur.
Inhoud van de workshop.
Bij het maken van keramiek wordt vaak gips als (steun)mal gebruikt. Als met klei in een gipsmal wordt gewerkt trekt het water van de klei in het gips waardoor de klei uitdroogt en krimpt waardoor deze loskomt van de gipswand.
De cursusleider demonstreert het gebruik van de halfronde mal van gips. Door klei in de mal te drukken en te egaliseren ontstaat een halfronde vorm. Deze wordt uit de mal gehaald, samengevouwen tot een gesloten vorm en daarna bewerkt door kloppen. Daarbij wordt ook uitleg gegeven van de eigenschappen van deze en andere kleisoorten.
Het is ook mogelijk de uitjes op te bouwen vanuit een zogenaamd duimpotje, uit een kleiplaat of uit rolletjes. Ook draaien op de pottenbakkersdraaischijf is mogelijk (als demonstratie). Bij alle methoden is de slotfase hetzelfde: door eenvoudige vervormingen ontstaat de kop van het beest en kan mimiek aangebracht worden.
Vervolgens gaat u aan de slag. Op papier tekent u een ontwerp. Daarna maakt u een keuze uit de aangeboden methoden.
Als de twee uiltjes klaar zijn spreekt u met de cursusleider af met welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Alle uiltjes van een workshop worden met het zelfde glazuur afgewerkt.

atelier

Na de workshop gaat de cursusleider de uiltjes drogen en biscuit stoken tot 1000 graden C.. Vervolgens glazuurt hij de uiltjes en gaat ze opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur. Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald.
Het resultaat is: per persoon twee uiltjes.

4. Van duimpot tot vaas of schaal.
Het resultaat van deze workshop is een schaal of vaas die u met de rolletjestechniek hebt opgebouwd of met stukjes klei hebt opgebouwd. Deze vaas of schaal worden na de workshop door ons gestookt met een door u gekozen glazuur.
Inhoud van de workshop.
Het opbouwen met rolletjes klei is een oude techniek. De rolletjes kunnen afhankelijk van de grootte van het werkstuk enkele millimeters dun tot een centimeter dik zijn. De stukjes klei zijn enkele vierkante cm groot en drie tot vijf millimeter dik.
De cursusleider demonstreert het maken van het begin (een duimpotje) en het maken van de rolletjes. Vervolgens wordt met de rolletjes de opbouw gestart. Datzelfde wordt gedaan met kleistukjes. Tevens wordt uitleg gegeven van de eigenschappen van deze en andere kleisoorten.
Vervolgens gaat u aan de slag. Op papier tekent u een ontwerp. Daarna maakt u een keuze uit de aangeboden methoden. Een demonstratie op de pottenbakkersdraaischijf behoort tot de mogelijkheden.
Als alle schaaltjes of potjes klaar zijn spreekt u met de cursusleider af met welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Alle voorwerpen van een workshop worden met het zelfde glazuur afgewerkt. Na de workshop gaat de cursusleider de
werkstukken drogen en biscuit stoken tot 1000 graden C..
Vervolgens glazuurt hij de werkstukken en gaat ze opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur.

pdfplaatje3

De hierboven afgebeelde schaal is op de pottenbakkersschijf gedraaid. De glazuren en het ontwerp zijn met opzet zo gekozen (titel: “What is your relation: convergent or divergent). Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald. Het resultaat is:
per persoon twee voorwerpen. 

5. De mens als model.
Het resultaat van deze workshop zijn een tweetal menselijke figuurtjes die samen of apart iets uitdrukken. Deze figuren worden na de workshop door mij gestookt en worden voorzien van een glazuurkleur die u kiest.
Inhoud van de workshop.
Het opbouwen van de figuren vindt plaats met rolletjes klei. Deze rolletjes zijn iets minder dan een cm dik. Als hulpmiddel voor de verhoudingen krijgt u een tekening waarop de verhoudingen duidelijk worden. Deze tekening zit in een plastic hoesje waardoor direct op de tekening gewerkt kan worden.
De cursusleider demonstreert het maken van de rolletjes. Vervolgens wordt met de rolletjes de opbouw gestart. Als de basisopbouw gereed is, worden nog stukjes klei toegevoegd om de verhoudingen in orde te krijgen en enkele details van de lichaamsbouw toe te voegen. Enkele voorbeelden van houdingen of emoties worden duidelijk gemaakt. Tevens wordt uitleg gegeven van de eigenschappen van deze en andere kleisoorten. Vervolgens gaat u aan de slag. Op papier tekent u een ontwerp. Daarbij maakt u een keuze of twee aparte figuren of een beeldje wordt gemaakt bestaande uit twee figuren. Als alle beeldjes klaar zijn spreekt u met de cursusleider af met welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Alle voorwerpen van een
workshop worden met het zelfde glazuur afgewerkt.
Na de workshop gaat de cursusleider de beeldjes drogen en biscuit stoken
tot 1000 graden C..
Vervolgens glazuurt hij de beeldjes en gaat ze opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur.

pdfplaatje4

Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een
telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald.
Het resultaat is:
per persoon twee losse figuren of een combinatie van twee menselijke figuren.

6. De mens als model voor een beeldentoren.
Het resultaat van deze workshop is een beeldentoren opgebouwd uit menselijke figuren. Bij deze workshop werkt u niet alleen als individu maar u beslist samen met de groep wat er gedaan moet worden met de verschillende figuren: deze gaat u namelijk samenvoegen tot één beeld. De groep gaat bepalen welke uitstraling, welke bedoeling of welke symbolische waarde dit beeld moet gaan krijgen. Dit beeld wordt na de workshop door mij gestookt en van een door u gekozen glazuur voorzien.
Inhoud van de workshop.
Het opbouwen van de figuren vindt plaats met rolletjes klei. Deze rolletjes zijn ongeveer een cm dik. Als hulpmiddel voor de verhoudingen krijgt u een tekening waarop de verhoudingen duidelijk worden. Deze tekening zit in een plastic hoesje waardoor direct op de tekening gewerkt kan worden.
De cursusleider demonstreert het maken van de rolletjes. Vervolgens wordt met de rolletjes de opbouw gestart. Als de basisopbouw gereed is worden nog stukjes klei toegevoegd om de verhoudingen in orde te krijgen en enkele details van de lichaamsbouw toe te voegen.
Enkele voorbeelden van houdingen of emoties worden duidelijk
gemaakt. Tevens wordt uitleg gegeven van de eigenschappen
van de verschillende kleisoorten die aanwezig zijn.
Vervolgens gaat u aan de slag. Als groep gaat u bepalen wat het uiteindelijke resultaat moet worden. Maak hiervan als groep een globale schets. Vervolgens spreekt u af wat ieder gaat maken. Op papier tekent u uw eigen ontwerpen voor de twee figuren. Daarbij maakt u een keuze of twee aparte figuren of een beeldje wordt gemaakt bestaande uit twee figuren.
Als iedereen klaar is worden alle figuren samengevoegd. Hier zal de cursusleider bij helpen.
Als het beeld klaar is spreekt u met de cursusleider af met welk glazuur de afwerking moet gaan plaatsvinden. Het geheel wordt behandeld met één glazuur.

links
Na de workshop gaat de cursusleider het beeld drogen en biscuit stoken tot 1000 graden C..
Vervolgens glazuurt hij het beeld en gaat het opnieuw stoken bij 1220 tot 1280 graden C, afhankelijk van het gekozen glazuur.
Dit drogen tot en met het glazuren duurt ongeveer twee tot drie weken. U krijgt een
telefoontje of email als de werkstukken gereed liggen om te worden opgehaald.
Het resultaat is:
per persoon twee losse figuren of een combinatie van twee menselijke figuren. Deze
worden samengevoegd tot een menselijke toren.

pdfplaatje5
Een menselijke figuur in wording.

pdfplaatje6

Voorbeeldblad om de menselijke figuur letterlijk gestalte te geven.

Mogelijkheden ten aanzien van de workshops 1 t/m 6.
De workshops 1 tot en met 6 zijn elk in twee uur te doen. Een betere tijd is drie uur, waarbij dan aandacht besteed wordt aan andere aspecten van de keramiek.
Als u vier uur met klei bezig wil zijn is een combinatie van twee workshops mogelijk. Alles is bespreekbaar.
Suggesties kunnen gegeven worden. U hebt andere wensen?

7. Raku
Het resultaat van deze workshop zijn Raku geglazuurde en gestookte schaaltjes en
eventueel andere werkstukken. Deze schaaltjes en mogelijk ook andere werkstukken zijn door ons biscuit gebakken. Het is mogelijk zelf gemaakte, biscuit gestookte werkstukken mee te brengen. De maximale diameter is daarbij 30 cm. De maximale hoogte ook 30 cm.
Inhoud van de workshop.
Inleiding.
De hedendaagse Raku, ook wel westerse Raku genoemd, is waarschijnlijk ontstaan in Korea en ontwikkeld in Japan in verband met de theeceremonie waarbij theekommen gebruikt werden die Raku gestookt werden. Een historisch feit is dat een Koreaanse pottenbakker naar het hof in Japan is gehaald vanwege zijn tot nu toe onbekende techniek van het maken van keramiek. De ontwikkeling in de 16de eeuw hangt nauw samen met het gedachtegoed van het Zenboeddhisme. Raku betekent: vreugde, geluk, ongedwongenheid en behaaglijkheid. Elders is te lezen: het is het symbool van de bliksemschicht (zie hieronder), het is het spelen met vuur.

pdfplaatje7

Het is het omgaan met de elementen aarde, vuur en water, waarbij klei en glazuurgrondstoffen onderdelen zijn van de aarde.
De kommen waaruit men dronk hebben een vrij dikke poreuze wand met craqueléglazuur (barstjes die zwarte lijntjes vormen) en/of eventueel metaallusters. Deze theekommen hebben geen oren, zijn asymmetrisch gevormd en zijn van binnen zo gemoduleerd dat de laatste druppel geconsumeerd kan worden. Ze hebben in de winter en zomer een andere vorm om de thee dezelfde temperatuur te laten houden. De theekom wordt met beide handen naar de mond gebracht. De dikke poreuze wand zorgt er voor dat de buitenkant niet te heet wordt voor de handen.
De Rakutechniek is in de twintiger jaren van de vorige eeuw door
Bernard Leech naar het westen gebracht, met name in de Verenigde Staten verder ontwikkeld als de westerse Raku en wordt nu ook in Europa toegepast op keramiek. Er zijn erg bijzondere effecten te bereiken met de Rakutechniek.


De workshop.
Een werkstuk voor Rakustoken moet gemaakt zijn van klei die enorme temperatuurshocks kan weerstaan. Ook de vorm van een werkstuk en de wijze waarop het werkstuk gemaakt is bepaalt of het deze baktechniek overleeft. Wat voor het Leven geldt, geldt ook voor Raku: niets is zeker en zelfs dat niet!
Een biscuit gebakken werkstuk gaat u met een glazuur (eventueel deels) bedekken. De cursusleider laat zien welke mogelijkheden u daarbij hebt. Om delen af te plakken kan bijvoorbeeld schilderstape dienen, maar ook willekeurige uitsparingen kunnen gemaakt worden door tevoren een tekening met potlood op het werkstuk te maken. De glazuur brengt met een kwast op. Er zijn diverse mogelijkheden voor het glazuur. De cursusleider zal voorbeelden van werkstukken laten zien. Er zijn ook glazuren aanwezig die metaallusters kunnen opleveren.
Als er voldoende werk geglazuurd is om een oven te vullen (een grote schaal en vier kleinere werkstukken per oven bijvoorbeeld) gaat de temperatuur in ongeveer 30 minuten naar 1000 graden C..
De oven gaat open bij 1000 graden C en met een tang die met hittebestendige
handschoenen wordt vastgehouden gaat werkstuk voor werkstuk (na enkele seconden koelen in de lucht) in een ton met houtzaagsel en wordt hiermee helemaal bedekt. Hierdoor verbrandt het hout rondom het werkstuk met te weinig zuurstof. Er ontstaat ter plekke van het gloeiende voorwerp rook met roet en koolmonoxide. De hete koolstofrijke rook dringt in de gebakken poreuze scherf die niet is bedekt met glazuur en wordt grijs tot zwart. Waar het glazuur gecraqueleerd is kan dus ook rook binnendringen en wordt grijs tot zwart. Als een glazuur is gebruikt met een metaaloxide (bijvoorbeeld koperoxide) dan zal de hete rook met het koolmonoxidegas het metaaloxide omzetten in metaal (dat noemen we reduceren: in ons voorbeeld wordt koperoxide tot koper:
metaalachtig rood).

pdfplaatje8

Na een tijdje in de zaagselbak gaat het werkstuk in water om af te koelen. Met name bij metaallusters moet dit op het goede moment gebeuren anders wordt koperrood weer kopergroen door heroxidatie (zoals een roodkoperen ketel na verloop van tijd groen wordt: metaalroest of metaalrot in de volksmond).

pdfplaatje9

Rakustoken is een activiteit die een hele dag in beslag neemt: in principe van 9.00 tot 17.00 uur.

Foto’s hierboven: twee voorbeelden van Raku-gestookte borden (doorsnede ong. 30 cm).